Over Steven Baelen
Steven Baelen woont en werkt in Gent waar hij Grafische Vormgeving en Schilderkunst studeerde. Daarna deed hij een postgraduaat aan het Hisk. In 2011 deed hij een drie maand durende residentie in de Akademie der Künste in Berlijn waar hij een kunstenaarsboek ‘Der Raum im Verzug’ publiceerde. Sinds 2011 wordt hij gerepresenteerd door Levy.Delval in Brussel. Hij stelde zowel solo als in groep tentoon en dat gebeurde zowel in eigen land als in het buitenland tot in Canada en Japan toe.
Website: stevenbaelen.com
Over zijn werk
In zijn werk neemt het tekenen een centrale plaats in. De kleine, maar daarom niet minder intense verschuivingen die gepaard gaan met het wonen en werken in een huis of een atelier zijn voor hem een continue aanleiding om telkens opnieuw een tekening aan te zetten, het voorbije moment te vatten en het zelfs te kristalliseren. Al snel wordt hij gedwongen om keuzes te maken. Het liefst zou hij alle details, alles wat zijn oog nog maar streelt, letterlijk overnemen op zijn blad. Veelal worden zijn tekeningen daardoor ook beschreven als 'overgedetermineerd'. Deze extra laag van details groeit uit de motivatie om alle aspecten van dat moment in het beeld te vervatten. Maar het moment is vergankelijk en vanaf de eerste lijn gaat hij een gevecht aan met de tijd. Hoe meer de lijnen op zijn blad beginnen te groeien hoe meer het gevecht met de tijd ondergeschikt wordt aan het gevecht met het blad. Het blad krijgt zijn eigen realiteit en de innerlijke logica van deze bladruimte begint zich steeds meer op te dringen. Hoe meer hij binnen de gecreëerde realiteit van zijn blad begin te werken, hoe meer informatie uit de realiteit hij achterwege laat. Het blad begint leegtes te genereren.
Over zijn werk in AZ Alma
In AZ Alma tekende Steven Baelen op de wegschuifbare wand tussen auditorium en foyer. Daarover zegt hij zelf: “Ik ervaar een ziekenhuis altijd als een zeer sterk geconditioneerde plek, een plek die bovendien vaak gepaard gaat met een enorme stilte, alsof iedereen diep in zichzelf gekeerd is. Tegelijkertijd is het ook een plek waar je geen vat kunt op krijgen, immers hier worden mensen met het grootste respect geholpen, maar ook ‘losgelaten’. Het is een plek met een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid en toch is er die stilte die de bezoeker uitnodigt tot verinnerlijking. Dit vind ik een boeiend gegeven en ik denk dat een kunstwerk op zo’n moment een ruimte in stilte tot spreken kan brengen. Volgend citaat is daar een mooi voorbeeld van: Een jonge vrouw, de meid van Corinth, werd verliefd op een jonge man. Net voor zijn vertrek tekende ze op de muur de contour van zijn gelaat aan de hand van zijn schaduw die er door een fakkel geprojecteerd werd. (W.J.T. Mitchell, What do pictures want?, 2005 Londen, p.66-67).
Haar motivatie wordt duidelijk geboren uit een verlangen, een verlangen om iets nabij te hebben wat afwezig is. Ook mijn muurtekeningen ontstaan vanuit eenzelfde verlangen! Telkens weer zijn het gekristalliseerde momenten van het stromende leven dat geen stilstand kent. Je wordt er letterlijk binnengetrokken in een netwerk van lijnen waaruit je langzaamaan huiselijke elementen kunt ontwaren zoals een lavabo, een gordijnrichel, een gedrapeerde zee van onbestemde doeken, een spiegelkastje, een trapgat en de balustrade eromheen, een rekje enzovoort. Witruimtes, gevormd door een stuk muur, een spiegelglas, gunnen de kijker een ogenblik rust. Bij de muurtekeningen worden vlakken die zich ophouden onder gewelven, in vloertegels en ramen opgesmukt met lijnpatronen, die elders op de muur terugkomen. Je belandt bijna in een toneeldecor, temeer omdat de meterslange muurtekeningen de aanschouwer vaak letterlijk omringen, alsof je in een gecreëerde wereld rondloopt en tegelijkertijd blijft de tekening een heel subtiele aanwezigheid, alsof ze ontdekt moet worden. Het feit dat de muur in AZ Alma aan het auditorium bestaat uit losse beweegbare panelen vormt een extra dimensie aan dit gegeven. Hierdoor zal de muurtekening “oneindig” veel variaties kennen, het wordt letterlijk een ‘getekende wereld’ in beweging.”