Bij hemodialyse geldt een vochtbeperking. Tijdens een hemodialyse kan maar een beperkte hoeveelheid vocht worden verwijderd. De dialysepatiënt mag daarom niet meer dan deze hoeveelheid vocht drinken, want te veel vochtophoping (ook wel overvulling genoemd) kan leiden tot lichamelijke schade. Bij overvulling wordt het hart overbelast waardoor het bloed minder goed wordt rond gepompt. Hierdoor kan er vocht in de longen komen, waardoor er minder zuurstof in het bloed komt. Er ontstaat dan kortademigheid. Hoe streng de vochtbeperking is, hangt af van het aantal dialyses per week en hoeveel de patiënt zelf nog kan plassen.
Hemodialyse haalt afvalstoffen uit het bloed. De behandeling kan dat echter lang niet zo goed als gezonde nieren. In het bloed blijven nog veel afvalstoffen achter. Om de hoeveelheid afvalstoffen in het bloed niet te hoog te laten worden, geldt er bij hemodialyse een dieet. Voedingsstoffen waarin natrium en kalium voorkomen, mogen maar beperkt gebruikt worden. Om het dieet na te leven, is er vaak een verandering in kook- en eetgewoonten nodig. Er is veel discipline nodig om de dieetregels na te leven. Dat geldt nog sterker in gezelschap, want samen eten en drinken hoort vaak (vanzelfsprekend) bij de gezelligheid. De nefroloog bespreekt met u welk dieet in uw situatie nodig is. Een diëtiste geeft hulp en tips om het toe te passen.