Het toestel verwarmt de spoelvloeistof, zodat tijdens de dialyse de temperatuur van het bloed niet te veel daalt. De machine regelt ook dat het bloed en de spoelvloeistof met de juiste druk door de kunstnier stromen.
In het toestel zit een batterij die de stroomvoorziening overneemt als de elektriciteit onverhoopt uitvalt. Daarnaast hebben alle ziekenhuizen een noodstroomvoorziening die bij stroomuitval binnen enkele minuten opstart.
Bij hemodialyse is een toegang tot de bloedbaan nodig. Het bloed moet met voldoende kracht en snelheid door de kunstnier stromen. Daarvoor is een shunt (fistel) of een katheter nodig.